Inleiding
Net voor de Kerst ontving de gemeenteraad opeens een voorstel van B&W om aan de Stadsschouwburg Velsen in 2018 een extra subsidie van in totaal € 1,5 mln beschikbaar te stellen. Daarbij gaat het om een bedrag ineens van € 1 mln, om een in de loop van jaren ontstaan tekort bij de schouwburg te compenseren, en om een bedrag van € 500.000, dat gereserveerd wordt op de gemeentebegroting om de stichting in de loop dit jaar financieel te kunnen steunen bij de uitvoering van een verbeterplan.
Er was ook haast gemoeid met dit voorstel, want de voorbespreking was geagendeerd voor een sessievergadering van 11 januari 2018. De raadsbehandeling, waarin het uiteindelijke besluit genomen moet worden, is gepland op 25 januari.
Net als alle raadsleden werd ook de fractie van de PvdA onaangenaam verrast door dit collegevoorstel. Uiteraard was het ons bekend dat er de afgelopen periode een geschil speelde tussen bestuur en directie; een geschil waaraan (ook) een financieel probleem ten grondslag lag. Inmiddels zijn echter de procedures bij de rechter stop gezet (nadat de directeur in het gelijk was gesteld), is er een nieuw (tijdelijk) bestuur voor de stichting Stadsschouwburg geïnstalleerd en is er een zakelijk directeur aangesteld naast de oude directeur, die nu uitsluitend belast is met de artistieke leiding van de schouwburg.
Dat de stichting Stadsschouwburg Velsen op de rand van een faillissement balanceert, was ons echter niet bekend.
We hebben ons als fractie uiteraard onmiddellijk verdiept in de stukken. Ook hebben we gesprekken gevoerd met een vertegenwoordiging van de Stadsschouwburg Velsen. De insteek daarbij was (en is) dat we continueren van de Stadsschouwburg in Velsen van groot belang vinden. Maar ook dat we wel eerst antwoord willen hebben op een groot aantal vragen, voordat we een besluit nemen over zo’n groot subsidiebedrag!
Ondanks de summiere (en laat beschikbare) informatie hebben we voor de sessie-vergadering toch meer inzicht gekregen in het ontstaan van het grote tekort: gedurende een reeks van jaren heeft de schouwburg te kampen gehad met een negatief exploitatiesaldo aan het eind van het jaar. Naast teruglopende bezoekersaantallen zijn ook personeelskosten tgv ziekte daarop van invloed geweest. Opvallend is dat het toenmalige bestuur telkenmale heeft aangegeven het negatieve eind-saldo in het daaropvolgende jaar te kunnen inlopen. Dat lukte echter keer op keer niet. Het heeft de PvdA-fractie verbaasd dat wethouder Te Beest op dat punt geen actie heeft ondernomen. Opmerkelijk is ook dat de account de laatste jaren steeds nadrukkelijker heeft aangegeven dat de schouwburg in sterke mate afhankelijk is van continuering (en liefst verhoging) van de gemeentelijke bijdrage. Dat signaal werd kennelijk genegeerd, zowel door het toenmalige bestuur van de Stadsschouwburg als door de portefeuillehouder! Vervolgens werd het oplopende tekort de laatste twee jaar nog extra vergroot door de kosten van de juridische procedure tegen de directeur en de kosten van de tijdelijke aangestelde interim-directeur.
Bij hun aantreden blijken het nieuwe bestuur en de nieuwe zakelijk directeur een zeer ondoorzichtige en onvolledige administratie te hebben aangetroffen. Bij de PvdA-fractie is daardoor allereerst de vraag opgekomen of de leden van het voormalige bestuur en/of de tijdelijke interim-directeur geheel of gedeeltelijk persoonlijk aansprakelijk gesteld zouden kunnen worden voor het ontstaan van dat tekort. Het huidige bestuur van de schouwburg heeft desgevraagd aangegeven daar onderzoek naar te hebben gedaan, maar tot de conclusie te zijn gekomen dat een dergelijke aansprakelijkstelling niet of nauwelijks succesvol zal kunnen zijn, maar wel weer veel kosten zal meebrengen. Zij hebben daar dan ook van afgezien.
Los van wat feitelijke informatie, heeft de door het college voor de raad georganiseerde informatieavond op 9 januari tot onze verbijstering vooral als resultaat opgeleverd dat de portefeuillehouder nog over een groot aantal nadere stukken bleek te beschikken. De raadsleden hebben die uiteraard opgevraagd; een deel daarvan is op 10 januari alsnog toegestuurd.
Sessievergadering 11 januari 2018
De sessie begon donderdagavond 11 januari om half 10 onder grote belangstelling. Ik kreeg als eerste de gelegenheid om namens de PvdA-fractie het woord te voeren. (Mijn inbreng op die avond, inclusief de door mij gestelde kritische vragen, is hieronder opgenomen.)
Door het grote aantal vragen die ook andere raadsleden nog wilden stellen, kon wethouder Te Beest pas rond half twaalf aan de beantwoording ervan beginnen. Onbegrijpelijk vond ik dat hij daarbij (ondanks de grote hoeveelheid aanvullende stukken!) aangaf niet van mening te zijn dat hij de raad eerder of uitgebreider had moeten (en kunnen) informeren. Een uur later – de wethouder was in zijn reactie nog niet veel verder gekomen dan een inleiding op de vragenbeantwoording – besloot de voorzitter de vergadering te schorsen en op een ander moment voort te zetten. Ik had na afloop vooral het gevoel dat wethouder Te Beest bezig was een rookgordijn op te werpen: hij kwam met (te) veel algemeenheden en nauwelijks concrete antwoorden.
Sessievergadering 15 januari 2018
De geschorste sessie werd voortgezet op maandagavond 15 januari; wederom onder grote belangstelling en opnieuw waren er in het voorafgaande weekend nog nadere stukken toegestuurd.
Aan het begin van de vergadering deelde de voorzitter mee dat wethouder Te Beest zou beginnen met het afleggen van een verklaring. In die verklaring beaamde de wethouder nu wél dat het raadsvoorstel veel vragen heeft opgeroepen. Hij voegde daaraan toe: “Ik realiseer me volledig dat ik in onvoldoende mate bij machte ben geweest deze vragen te beantwoorden.”!
Vervolgens zei de heer Te Beest dat hij heeft geworsteld met de informatievoorziening. Hij constateerde ook dat zijn worsteling niet bijdraagt aan het krijgen van een toekomstbestendige Stadsschouwburg en dat hij zijn verantwoordelijkheid op dit punt niet kan waarmaken. Hij vervolgde met de mededeling dat hij daarom heeft besloten per direct zijn functie als wethouder van de gemeente Velsen neer te leggen.
Politiek gezien naar mijn mening een verstandige beslissing van wethouder Te Beest; menselijk gezien een moeilijke en ingrijpende keuze voor Robert te Beest!
De vergadering werd daarna enige tijd geschorst.
Na heropening van de vergadering werd meegedeeld dat de wethouders Baerveldt en Verkaik de behandeling van het onderwerp Stadsschouwburg (respectievelijk algemeen en financieel) zouden overnemen. Beiden hielden aansluitend een inleiding en gaven een reactie op de eerder gestelde vragen. Daarbij gaven zij aan dat de informatievoorziening aan de raad achteraf bezien niet optimaal geweest was en dat, met de kennis van ‘vandaag’, op dat punt een andere keuze gemaakt zou zijn.
Over de impact die honorering van het voorstel zal hebben op de financiële positie van de gemeente, werd aangegeven dat de huidige reservepositie van de gemeente dusdanig is dat dit bedrag beschikbaar gesteld kan worden, zonder dat andere beleidsontwikkelingen daardoor in gevaar komen (de vermogenspositie van de gemeente gaat daardoor van ‘goed’ naar ‘voldoende’).
Tot slot werd medegedeeld dat weliswaar geen succes kan worden gegarandeerd van de aanpak die het bestuur van de Stichting Stadsschouwburg Velsen heeft opgesteld om een toekomstbestendige schouwburg te realiseren, maar dat het college wel voldoende vertrouwen heeft in het gepresenteerd plan van aanpak om het raadsvoorstel te handhaven. De aanwezige raadsleden waren nu in overgrote meerderheid tevreden met de beantwoording van de vragen en gaven aan met een positieve instelling tav het raadsvoorstel naar de raadsvergadering van 25 januari te komen.
Vervolgens werd nog wel kort gediscussieerd over de vraag of wellicht nadere voorwaarden gesteld kunnen/moeten worden aan het bedrag van € 500.000 dat aan de gemeentebegroting 2018 zou moeten worden toegevoegd. Ook de PvdA-fractie zal zich daar nog over beraden. Daarnaast spreken we binnen de fractie nog over de mogelijkheid om, bijvoorbeeld via een motie, het college op te roepen bepaalde ontwikkelingen nadrukkelijker te volgen dan wel daarbij betrokken te zijn en te blijven.
Mijn verwachting is dat de raad op 25 januari 2018 een positief besluit over dit voorstel zal nemen en dat de Stadsschouwburg de komende jaren in Velsen kan blijven! Wel zal de raad dan, meer dan tot nu toe, geïnformeerd willen worden over de zakelijke gang van zaken rond de Stadsschouwburg
Karel Ockeloen
lid gemeenteraadsfractie PvdA Velsen
———————————————————————————–
Opmerkingen/vragen voor de bespreking van het raadsvoorstel over de extra subsidie voor de Stichting Stadsschouwburg Velsen (SSV) in de sessie van 11 januari 2018
Mevrouw de voorzitter, We zijn rond de Kerstdagen overvallen door een raadsvoorstel waarin de raad gevraagd wordt 1,m mln beschikbaar te stellen voor het in stand houden van de Stadsschouwburg. De PvdA-fractie vindt dat dit raadsvoorstel wel erg op het laatste moment aan de raad is gestuurd en dat het bovendien wel heel mager is onderbouwd! Inmiddels heeft het college een groot aantal nadere stukken toegezegd. Een deel daarvan hebben we inmiddels, op het allerlaatste moment dus, ook ontvangen. Door die late ontvangst bleek het niet mogelijk alle technische vragen voorafgaand aan deze behandeling te stellen. Ik zie deze sessie daarom vooralsnog vooral als informatief en zal me daarom op dit moment beperken tot het stellen van bij mijn fractie levende vragen. Ik zie daarbij 2 hoofdthema’s:
A. Hoe is het zo gekomen?
B. Hoe verder?
Ik zal beginnen met het thema: “Hoe is het zo gekomen?”
1. Uit de stukken blijkt dat het college medio 2015 heeft geconstateerd dat SSV aan het eind van 2014 een negatief eigen vermogen had en dat voor 2016 een begroting met een tekort werd aangeboden. Het college heeft toen opdracht gegeven om met een sluitende meerjarenbegroting te komen. Mijn fractie ie er benieuwd naar welke inhoudelijke actie er toen is geweest.
a. Heeft er een analyse plaatsgevonden van die negatieve begroting?
b. Is er met het bestuur van SSV gesproken over de oorzaken en de mogelijkheden om die situatie om te buigen of is volstaan met de ‘kale’ opdracht om dat te doen?
c. Wij zijn ook benieuwd of het bestuur indertijd heeft gevraagd om een hoger subsidie en, zo ja, hoe de portefeuillehouder daarop heeft gereageerd.
2. Uit de checklist subsidie-vaststelling blijkt (onder pt 14) dat het college zich het recht kan voorbehouden om bij de beoordeling van subsidie-aanvragen een accountantsverklaring te vragen. Dat is kennelijk gedaan bij de SSV. Bij de jaarstukken van SSV over 2014 was een controleverklaring gevoegd; bij die over 2015 en 2016 een beoordelingsverklaring. Voor organisaties vormt de beoordelingsopdracht – vanuit kostenperspectief – vaak een aantrekkelijk alternatief. (Dat kan ook want sinds 15 december 2010 valt deze ook onder het begrip ‘accountantsverklaring’.) Het verschil met de controleverklaring is echter de mate van zekerheid: met zo’n beoordelingsverklaring geeft de accountant een beperktere mate van zekerheid over de opgestelde verantwoording dan bij een controleverklaring.
a. De PvdA-fractie vraagt zich af waarom SSV is overgegaan op de beoordelingsverklaring, maar we zijn er nog veel meer benieuwd naar waarom het college, gelet op de precaire financiële situatie die al bij de jaarrekening 2014 was gememoreerd, na die constatering genoegen heeft genomen met een down-sizing naar een beoordelingsverklaring en niet heeft vastgehouden aan een controleverklaring.
3. In de controleverklaring over 2014 die de accountant op 26 juni 2015 heeft afgegeven staat dat het geleden verlies over 2014 en het negatieve vermogen per 31december 2014 samen met andere in de jaarrekening genoemde omstandigheden aanleiding geven voor gerede twijfel over de continuïteit van de stichting. In de beoordelingsverklaring over 2015 van 30 juni 2016 memoreert de accountant dat de continuïteit van de schouwburg in belangrijke mate afhangt van de bereidheid van de gemeente Velsen de subsidie dan wel de financiering uit te breiden! En vervolgens staat in de beoordelingsverklaring over 2016 van 27 juli 2016 dat het voortbestaan van de Stichting grotendeels afhankelijk is van financiële steun van de gemeente Velsen. Een cumulatie dus van sterker geformuleerde negatieve berichten over de toekomstbestendigheid van de schouwburg.
De PvdA-fractie heeft zich er in dit licht over verbaasd dat de raad in een zo laat stadium is geïnformeerd over de financiële problemen bij de SSV.
a. Wij horen graag van de portefeuillehouder waarom hij de raad niet eerder heeft ingelicht over dit continuïteitsrisico en de rol die daarin aan de gemeente was toegedacht!
4. In het Jaarplan SSV 2018 wordt in Hoofdstuk 1 gemeld dat het uitwerken van een plan van aanpak voor de geadviseerde verbetermaatregelen vertraging heeft opgelopen omdat de boekhouding zoveel fouten bleek te bevatten, dat niet gewerkt kon worden met de bestaande cijfers!
a. De PvdA-fractie vraagt zich af of het bij de gemeente bekend is of de accountant ook last heeft gehad van die fouten. Naast een reactie van de portefeuillehouder krijgen we hierop ook graag een reactie van het bestuur van de SSV.
b. Ook horen wij graag op basis waarvan de verbetermaatregelen zijn geadviseerd en in welke mate de portefeuillehouder aanleiding heeft gezien de verbetermaatregelen aan te scherpen nu de financiële situatie nog slechter bleek dan eerst gedacht.
5. In haar mail van 8 januari jl gaat de toezichthouder in op de aanbevelingen uit de brief van het college van 18 juli 2017. Zij schrijft daarover dat de basis daarvan “op dit moment in de tijd in die mate op orde is, als na alle ontwikkelingen en ontdekkingen van de afgelopen maand mag worden verwacht”.
a. Daargelaten dat de PvdA-fractie dat geen heel geruststellende verklaring vindt, hoor ik graag van de wethouder en/of van de toezichthouder of de in de brief van juli 2017 genoemde maatregelen na alle ontwikkelingen en ontdekkingen van de afgelopen maanden nog steeds voldoende zijn voor het toekomstbestendig maken van de schouwburg en, zo nee, welke aanvullende maatregelen daarvoor noodzakelijk zijn.
Dan, voorzitter, kom ik bij het onderdeel “Hoe verder?”.
Op dit punt hebben we gisterenavond een verhelderend document ontvangen van het bestuur van SSV, het Jaarplan SSV 2018. De tijd heeft ontbroken om het plan gedetailleerd te bestuderen, maar een eerste scan heeft mijn fractie wel meer inzicht gegeven in de toekomstplannen. Toch hebben we al wel een paar vragen.
1. In het Jaarplan SSV wordt als 1e doelstelling geformuleerd dat er in beginsel voor 1 januari 2018 een nieuw bestuur voor de stichting moet worden geformeerd en benoemd. Ook moeten dan de verbetermaatregelen en aanbevelingen, zoals die in het overleg met de gemeente zijn vastgesteld, zijn uitgevoerd en geïmplementeerd.
a. De PvdA-fractie vraagt u wat de stand van zaken op deze punten is.
2. Een doelstelling voor de SSV is meer inkomsten te genereren en haar stakeholders beter te informeren en te betrekken bij de ontwikkelingen.
a. Wie ziet SSV als haar belangrijkste stakeholders?
b. Wat vinden die van de huidige situatie?
c. Is bekend op welke wijze die stakeholders bereid zijn bij te dragen aan een toekomstbestendige schouwburg?
3. In het raadsvoorstel staan 4 trends en ontwikkelingen die de exploitatie van de SSV beïnvloeden (‘grote concurrentie’, ‘theaters zijn niet langer automatisch de schakel tussen vraag en aanbod’, ‘bekende cabaretiers laten kleinere steden links liggen’ en ‘belangstelling loopt terug’). In de toegestuurde rapportage van BMC-advies worden aanzienlijk meer factoren genoemd. Een van de niet genoemde punten is ‘stagnerende exploitatiesubsidies’.
a. Is de portefeuillehouder van mening dat die factor tav SSV niet van invloed is?
b. Wat is de overweging geweest om de genoemde 4 trends wel op te nemen en de andere 6 (‘stagnerende exploitatiesubsidies’, ‘minder gesubsidieerd aanbod’, ‘publiek wil beleving’, ‘musicals reizen niet meer’, ‘anti-roemcultus’, en ‘bevolkingskrimp’) niet?
c. Kan de portefeuillehouder en/of het bestuur van SSV aangeven hoe hij/het denkt de genoemde trends in positieve zin om te buigen?
Mevrouw de voorzitter, tot zover de bijdrage van de PvdA-fractie in eerste termijn. Wij zullen ons op basis van de beantwoording beraden over ons uiteindelijke standpunt en zullen op basis daarvan onze inbreng in 2e termijn bepalen.