Nederlandse miljonairs betalen minder belasting dan hun tuinman.
In 2011 bracht Multi-miljardair Warren Buffet de Amerikaanse politiek in grote verlegenheid door zich er publiekelijk over te verbazen dat hij minder belasting betaalde dan zijn secretaresse (hij betaalde 17,1%).
In Nederland blijkt nu de situatie precies eender te zijn. De bijna 100.000 Nederlandse miljonairs betalen minder belasting dan hun (modale) tuinman. En niet een klein beetje minder, maar twee derde minder.
Onderzoek op basis van CBS cijfers en rapporten, vandaag gepubliceerd op de economen-website MeJudice, wijst uit dat miljonairs op hun belangrijkste vermogensinkomen 13,86% belasting betalen.
Andere opmerkelijke bevindingen zijn:
- Aandelen zijn voor 97% in het bezit van de rijkste 10% huishoudens. Bijna uitsluitend deze huishoudens bezitten dus bedrijven.
- het inkomen uit aandelen was de laatste 4 jaar (tot 1 januari) gemiddeld 9,1%, terwijl slechts over 4% belasting betaald is (de vermogensrendementsheffing). (Sinds 1 januari staat de index alweer +20,3% hoger).
- Van de ruim 92 miljard aan vermogensinkomen uit aandelen voor de rijkste 10% bleef de afgelopen vier jaar zo bijna 50 miljard euro geheel onbelast.
- Over het bijna 43 miljard euro aan wèl belaste vermogensinkomen uit aandelen betaalde de rijkste 10% dertig procent belasting, in plaats van 36 tot 52 procent op inkomen uit arbeid.
Een andere pijnlijke ontdekking is dat ons goede gevoel over de matige inkomensongelijkheid in Nederland op statistisch drijfzand gebaseerd blijkt.
Omdat het inkomen van de rijkste 10% wordt berekend op basis van het veronderstelde rendement op vermogen van 4%, in plaats van op het werkelijke rendement dat bij aandelen afgelopen 4 jaar 9,1% was, blijkt de inkomensongelijkheid ook veel groter te zijn dan de officiële cijfers aangeven. Omdat het aandelenbezit toeneemt met het vermogen, neemt ook binnen de rijkste 10% de inkomensongelijkheid sterk toe. Zo blijken de rijkste 10.000 huishoudens met meer dan 5 miljoen euro vrij vermogen de laatste 4 jaar alleen aan aandelen al bijna 37 miljard euro te hebben verdiend. Dat betekent dat het inkomensaandeel van de top-1% en de top 0,1% zeker het dubbele is van wat de officiële cijfers aangeven. Daarmee is de inkomensongelijkheid niet langer gematigd, maar extreem hoog. Voor de vermogensongelijkheid neemt Nederland al langer zo’n positie in, met meer dan driekwart van ons vrije vermogen in handen van de rijkste 10%.
Het artikel concludeert dat een groot deel van het inkomen uit vermogen niet wordt geregistreerd in de Nederlandse inkomensstatistieken, en evenmin wordt belast, waardoor het belastingstelsel ongemerkt zowel de inkomensongelijkheid als de vermogensongelijkheid bevordert.
Als noodzakelijke oplossing ziet de schrijver, oud-PvdA Europarlementariër Alman Metten, de herinvoering van gelijke behandeling van inkomen uit arbeid en vermogen. Hij wijst erop dat volgens Europese definities de veel lagere belasting van inkomen uit vermogen dan uit arbeid een belastingsubsidie inhoudt, die de regering moet melden in de daarvoor bestemde bijlage bij de miljoenennota. Dat is echter tot op heden niet gebeurd.