28 oktober 2016

Thema Tuinhuis Groep

Dinsdag 1 november komt de Tuinhuis Groep bij elkaar in Buurthuis de Spil, Frans Halsstraat 29, 1971 VZ IJmuiden.
19.30 uur inloop start 20.00 uur.
Het Thema van deze maand sluit aan op het recent gepubliceerde concept verkiezingsprogramma.

 

Toenemende ongelijkheid van vermogen doet half Nederland pijn.

Een buffer in de vorm van enig vermogen is het afgelopen decennium voor Nederlandse gezinnen steeds belangrijker geworden. Immers, de verzorgingsstaat, die een goede collectieve buffer vormde voor rampen als ziekte en ontslag, is versoberd. Ontslag leidt eerder tot terugval naar of onder het bestaansminimum, voor zorg moet meer een beroep op naasten gedaan worden, en er worden vaker eigen bijdragen gevraagd.
Als buffer heeft het overgrote deel van de bevolking alleen het vrij beschikbare vermogen, zoals spaargeld. In nood het eigen huis verkopen en goedkoop gaan huren is nauwelijks een optie meer, gezien de enorme wachtlijsten die er voor sociale huurwoningen zijn. Ook pensioenvermogen, dat uitgesteld loon is, is niet als buffer beschikbaar.
Maar gelukkig hebben Nederlandse gezinnen veel vrij beschikbaar vermogen: wel €754 miljard eind 2013 volgens de laatst beschikbare belastinggegevens op CBS Statline, waar ik me op baseer.
Alleen is dit vermogen wel ongelooflijk ongelijk verdeeld, en is de ongelijkheid de laatste drie jaar dat de integrale belastinggegevens van alle gezinnen beschikbaar zijn, nog toegenomen.
Onze miljonairs, die twee procent van de gezinnen uitmaken, bezitten de helft van alle vermogen, en hun vermogen is de drie jaar tot eind 2013 met €57 miljard gegroeid en hun aandeel in het totaal met 3,5%. De onderste helft van alle gezinnen bezit nog maar 2% van alle vermogen en zij hebben in dezelfde periode met €7 miljard een derde van hun vermogen verloren. Was het vermogen van de miljonairs in 2011 al 14 maal groter dan dat van de hele onderste helft van alle gezinnen, drie jaar later was dit toegenomen tot 24 maal!

Eind 2013 had het gemiddelde Nederlandse gezin in de onderste helft van de vermogensverdeling dus nog maar een buffer van €4.000. Dan hoeft er nog maar weinig te gebeuren of de huur of hypotheek kan niet meer betaald worden. Met inmiddels een derde van de Nederlandse werknemers in een flexibele, onzekere baan, is dat een reële dreiging voor veel gezinnen. Des te pijnlijker is dat onderwijl onze miljonairs, in een periode dat het Nederlandse BBP niet toenam, en het beschikbare inkomen zelfs met 2% afnam, €57 miljard rijker werden.

Kunnen we nu wat doen om het proces van verarming van de onderste helft van de samenleving te stoppen en om te keren, en tegelijkertijd nog grotere concentratie van vermogen stoppen?
Een belangrijke stap ligt binnen het bereik van de politiek, en dat is een eind te maken aan de bevoordeling van inkomen uit vermogen. Het is absurd vanuit sociaal oogpunt dat inkomen uit vermogen, dat zo sterk geconcentreerd is bij de allerrijksten, belast wordt tegen een vast tarief van 30%, terwijl inkomen uit arbeid, dat veel minder ongelijk verdeeld is, wel naar draagkracht en tot 52% wordt belast. Het gelijkelijk naar draagkracht belasten van inkomen uit arbeid en vermogen, dat opmerkelijk genoeg bij de kleine ondernemers wel gebeurt, zou in de periode 2011-2013 bijna €23 miljard belasting meer opgeleverd hebben dan het huidige systeem, dat is bijna €8 miljard per jaar. De miljonairs zouden nog steeds €33 miljard rijker zijn geworden, maar aanzienlijke bezuinigingen die in deze periode zijn gerealiseerd, en die vooral ten koste gingen van de onderste helft van de samenleving, zouden niet nodig zijn geweest. Door minder bezuinigingen waren koopkracht en belastinginkomsten hoger geweest en werkeloosheids- en bijstandsuitkeringen lager, met een lager begrotingstekort en overheidsschuld tot gevolg.
Het beëindigen van de bevoordeling van vermogensinkomen is nodig om te voorkomen dat wij naar een 1% maatschappij toebewegen, maar zoals bovenstaande voorbeeld laat zien, zal dat de concentratie van vermogen wel afremmen maar nog niet stoppen. En zelfs het afremmen zal al moeilijk zijn, want de concentratie van vermogen betekent ook concentratie van lobbymacht. De honderden miljoenen omzet die de grote belastingadvieskantoren in Nederland maken worden echt niet opgebracht door de gezinnen met €4.000 vermogen. Zij kunnen zich geen lobbyisten veroorloven, en hun belangen worden dan ook nauwelijks gehoord. Velen van hen voelen zich machteloos en vinden dat hen niets anders rest dan een proteststem uit te brengen. Als we niet willen dat proteststemmen Nederland onbestuurbaar maken, dan moeten nu de partijen van links èn van rechts zich inzetten om ofwel de individuele buffers van de niet-vermogende gezinnen te versterken door vermogens eerlijker te verdelen, ofwel met behulp van een eerlijker vermogensbelasting de voorzieningen van de welvaartstaat zodanig verbeteren dat grote individuele buffers minder noodzakelijk zijn.

Alman Metten
Economisch onderzoeker. Oud-lid van het Europese Parlement voor de PvdA